In Mesopotamië werd gebruik gemaakt van gedroogde en gebakken klei.
Er werden grote paleizen gebouwd met daarbinnen in een tempel. De tempeltoren werd ziggoerat genoemd.
Een ziggoerat is een terrasvormige piramide met teruglopende verdiepingen.
Priesters klommen naar de top (waar een altaar stond) om de mensen toe te spreken. Zo voelden ze zich machtig.