In een Griekse tempel woonde een god.

De volgende materialen werden gebruikt:

• marmer voor de beelden
• hout voor het dak
• ijzer voor de spijkers
• leem voor de bakstenen en dakpannen

Voor het vervoer van de blokken werden katrollen, touwen en trekdieren gebruikt.

De grondvorm van een Griekse tempel is een rechthoek. Daaromheen stonden de zuilen.

De ingang was gericht naar het oosten.

De grondvorm van een Griekse tempel is een rechthoek. Daaromheen stonden de zuilen.

De ingang was gericht naar het oosten.

Een Griekse tempel bestaat uit twee delen: het middenstuk en de zuilen eromheen.

Mensen bouwden tempels om hun goden te vereren.

Er werden bruggen gebouwd zodat mensen niet meer door het water moesten lopen.